In het FD van 10 augustus schrijft Mijntje Lückerath, hoogleraar Governance aan de Tias, over de uitspraak van de Tuchtcommissie Banken. Deze tuchtcommissie had klachten in behandeling genomen over het besluit van de RvC van ING om het salaris van de bestuursvoorzitter Hamers in 2018 te verdubbelen. Dat heeft geleid tot grote maatschappelijke beroering en veel publiciteit. Niet veel later is de heer Hamers vertrokken naar een Zwitserse bank.
Het pleidooi van de hoogleraar gaat erover dat de zorgvuldigheid van de besluitvorming binnen de RvC belangrijker is dan het besluit zelf, want de RvC heeft als taak om de belangen van alle belanghebbenden zorgvuldig af te wegen. Een buitenstaander kan zich geen oordeel vormen over al deze belangen en dus moet een RvC meer moeite doen om te communiceren over alle belangen.
Dit principe dat de RvC óók verantwoordelijk is voor het imago van de organisatie, in dit geval door beter te communiceren, deel ik volledig. Zeker bij maatschappelijke ondernemingen. Maar de redenering dat ‘de zorgvuldigheid van de besluitvorming belangrijker is dan het besluit zelf’ gaat mij een beetje te ver. De RvC bestaat immers ook maar uit mensen, die kunnen dwalen, zeker in de dynamiek van het groepsproces. Het verdubbelen van het salaris van een topbestuurder was toen (en nu nog) zo maatschappelijk onaanvaardbaar dat ik heel nieuwesgierig wordt naar de andere belangen.