Maart 2017
Uit diverse publicaties blijkt dat Raden van Commissarissen (of Raden van Toezicht) huiverig zijn voor transparantie op hun werk. Ik begrijp dat wel, want het is niet zo moeilijk om de goedkeuring van een voorstel toe te lichten, maar o wee als bekend wordt dat een RvC een bestuursvoorstel niet goedkeurt! Dergelijke besluiten halen zelden de publiciteit. Dat is misschien ook maar goed, want bestuurders worden kopschuw en zouden risicomijdend gedrag gaan vertonen bij het indienen van voorgenomen (bestuurs)besluiten. Tegelijk helpt transparantie over het werk van het toezicht om de zaag scherp te houden. Ook een RvC heeft externe druk nodig om beter te presteren en een RvC heeft ook te maken met groepsprocessen en daarmee met ‘gekleurde besluiten’. Deze groepsdynamica wordt met voorbeelden beschreven in mijn boek ‘Reflectie en Governance‘.
In het FD van 23 maart staat een artikel dat toezichthouders bij beursfondsen hun eigen functioneren amper onderzoeken. Goed artikel, ook al ben ik kritisch op het verhaspelen van de woorden ‘beoordeling’ en ‘zelfevaluatie’. Een beoordeling of visitatie roept weerstand op met een risico op een afvinkcultuur. Een zelfevaluatie is bedoeld om te leren en te komen tot een hoger kwaliteitsniveau. Ik begeleid regelmatig dit soort zelfevaluaties.